Willemijn van der Geest

'Je ziet dat de paarden het veel beter eten. Ze vinden het echt lekkerder'

Willemijn van der Geest houdt paarden op Melkveehouderij de Garrestreek. De twaalf paarden voert ze met hooi van 4,9 ha kruidenrijk grasland dat negen jaar geleden is ingezaaid. Willemijn merkt voornamelijk dat de paarden het lekkerder vinden en de biodiversiteit op alle gebieden toeneemt. De soorten in het mengsel blijven goed constant, terwijl er relatief weinig onderhoud is aan het perceel. ”Om dat voor elkaar te krijgen, moet je goed rekening houden met de grond waar je op zaait.”

Vanuit de regeling voor Nieuwe Natuur van de provincie Utrecht, is een deel gangbaar land afgewaardeerd en omgezet naar natuurland. ”We hebben toen deze 5 hectare grond daarvoor aangewezen en een kruidenrijk graslandmengsel ingezaaid met als doel te kunnen hooien voor de paarden.  Nog steeds staan de kruiden er heel mooi bij. Vroeger was het wel een iets ander grasopstand. Maar ondanks dat het verandert, blijven de soorten goed aanwezig.”

Wat voor verschillen merk je ten opzichte van je grasland voor koeien?

“Je ziet dat met een de paarden het hooi met kruiden veel beter eten. Ze vinden het echt lekkerder. Er is ook veel meer bovengrondse biodiversiteit. Er vliegen en kruipen veel meer insecten dan in het Engels raaigras dat ernaast staat. Er zitten ook twee poelen bij, dus misschien vertekent dat wel een beetje, maar het hele plaatje bij elkaar zorgt echt voor een toename in allerlei soorten biodiversiteit. Wel heeft het kruidenrijke mengsel een lagere VEM (een eenheid voor voederwaarde van gras die veel in de melkveehouderij wordt gebruikt) dan productieve soorten, maar we voeren dit aan de paarden, dus dat geeft niet. We hebben een aantal paarden die schraal gevoed moeten worden, voor hen is er weinig mooier dan dit type hooi.”

Voordat het kruidenrijke mengsel werd ingezaaid, zorgden ze ervoor dat de bodem op orde was. Om de pH omhoog te brengen en om te verschralen, werd eerst drie jaar mais op het perceel geteeld zonder te bemesten.

Hoe beheren jullie het?

‘’Volgens de beheersovereenkomst mogen we maximaal 10 ton vaste mest erop uitrijden. Dat is een combinatie van vaste paarden- en koeienmest vanuit de stallen. Verder doen we er eigenlijk vrij weinig mee. We maaien het twee keer per jaar. De eerste snede is in juni, we hebben een verlate maaidatum erop zitten, en dan maaien we het in het najaar nog een keer. Er komt in totaal zo’n 5-6 ton drogestof vanaf. Dat gaat voornamelijk naar de paarden. Er zit wel een heel groot verschil tussen de eerste en de tweede snede. De tweede snede vind ik persoonlijk mooier dan de eerste. De eerste snede is houtiger, maar de paarden eten het alsnog goed. We maaien het op 7-8 centimeter, net als op onze andere percelen. Een tijd geleden hadden we last van zuring in het perceel, die hebben we toen weggestoken. Nu hebben we een hele dichte zode, waar onkruiden zich lastiger kunnen vestigen.”

Wat voor advies zou je paardenhouders geven die met kruidrijk grasland willen beginnen?

“Een goed mengsel kiezen met goede zaden dat past bij jouw bedrijf en grond. Check ook het stikstofleverend vermogen van de grond, de NLV. Wij hebben hier een NLV van 150. Dat is voor klei niet super hoog, en dat helpt met hoe de kruiden in het land blijven staan. Dat ze dus niet na een jaar of twee jaar alweer weg zijn. Je ziet hier ook klavers staan, die hebben een pH nodig die niet al te laag is. Op onze percelen bekalken we dus tijdig.

Bemest vooral niet teveel! Veel mensen denken dat dat helpt om het mengsel snel aan te laten slaan, maar dat werkt juist de kruiden en klavers tegen. Het vergt een andere manier van werken, maar het resultaat is prachtig!”

Over de boerderij

Contactpersoon

Willemijn van der Geest

Soort bedrijf

Plaats

-